Zeven jaar geleden begon ik met mediteren. Ik was hiermee begonnen, deels om mijn hoofd stiller te krijgen en deels uit nieuwsgierigheid. Waarom iets dat al zo oud is relatief weinig aandacht krijgt in het westen. De eerste maanden van mediteren vond ik ontzettend moeilijk. Het lukte maar niet, ik was onrustig en ik was vooral bezig met een bepaald doel te halen. Toen ontdekte ik geleide meditaties, die mij hielpen focus te krijgen en steeds dieper naar binnen te gaan. 

De eerste resultaten

Langzaamaan begonnen er dingen te veranderen. Het was niet meer “hoe ik naar de wereld keek”, maar het werd “hoe de wereld bij mij binnen kwam”. Met die andere manier van ervaren kreeg ik als het ware ‘controle’ ik ging achter het stuur zitten en kon zélf gaan bepalen hoe ik mij voelde.

“De omgeving bepaalt niet meer hoe ik me voel.”

Ik werd steeds minder mijn emoties, lichamelijke sensaties, meningen en ideeën over de wereld. Zoals de Zwitserse psychiater en psycholoog Carl Jung het omschreef kwam ik steeds meer los van de identificatie met het ego en kwam daarmee meer in contact met het zelf. Ik ging meer rust ervaren omdat de omgeving steeds minder invloed op mij had. Ik kreeg veel meer vrijheid in het maken van keuzes en werd niet meer belemmerd door oude kaders en beperkingen in mijn gedachtes.

Verdieping

Na een aantal jaar met (geleide) meditaties, bodyscans en visualisaties bezig te zijn geweest kreeg ik behoefte aan verdieping. Ik bedacht me; “wil ik echt dieper naar binnen dan zal ik zo min mogelijk prikkels moeten hebben als ik mediteer”. Iemand die met zijn stem instructies geeft door mijn hoofdtelefoon is dan niet heel handig. Ik besloot de stilte op te zoeken en te mediteren zonder begeleiding. Al snel merkte ik dat het geluid van mijn kinderen die de trap op en af renden ook niet heel erg prettig was. 🙂

Tijdens mijn opleiding Jungiaanse psychologie leerde ik over de elementen Vuur, Lucht, Water en Aarde in relatie tot Jungs functietyperingen. Met die kennis in gedachte koos ik voor achtergrondgeluiden van een kampvuur bij een beekje in een bos. Op die manier kon ik tijdens mijn meditatie de focus leggen op de elementen en met de balans daarvan in mijzelf bezig zijn.

“Balans in denken (lucht), voelen (water), gewaarworden (aarde) en intuïtie (vuur).”

Ik begon een nieuw referentiekader te creëren waardoor ik andere keuzes ging maken. Met die andere keuzes begon een nieuw leven zich te ontvouwen. Een leven waarin alles inclusief is en de polarisatie tussen leuk/niet leuk, goed/slecht, zwart/wit begon af te nemen. Langzaam werd alles steeds meer één.

Alles is één

Heel vaak heb ik het gelezen en gehoord, in diverse religieuze teksten, wetenschappelijke artikelen, in spirituele boeken en Hollywoodfilms. “alles is één” ook wel: “het veld, the matrix, het kwantumveld, het zero-point field, unus mundus, God, enz enz….”. Ik kon hier alleen nooit zoveel mee. Toen ik me hier meer in ging verdiepen kwam ik er achter dat ik dergelijke ervaringen al eens had meegemaakt, alleen had ik het destijds niet zo ervaren. Ik heb in mijn jeugd meerdere malen geëxperimenteerd met psychedelica en ik begrijp nu dat de ervaringen die ik toen had ervaringen waren met het veld. Het grote “alles is één”. 

Experiment 40/40

Onderzoekend en nieuwsgierig zoals ik me graag gedraag begon aan een experiment. 40 dagen 40 min per dag mediteren. Met de intentie om de diverse onderwerpen te onderzoeken vanuit stilte. Onderwerpen zoals: alles is één, alles is energie, het hele universum zit in ons zelf, je creëert je eigen leven, enz. Ik mediteerde in stilte of met een hoofdtelefoon met natuurgeluiden.
De eerste sessies waren prettig en in het dagelijks leven ondervond ik meer rust in mijn denken, maar meer onrust in mijn lichaam. Telkens als mijn kinderen bijvoorbeeld een bui hadden (om het zo maar even te noemen) merkte ik dat mijn gedachtes uiterst rustig bleven maar dat mijn lijf veel signalen kreeg in de vorm van tintelingen, krampen en mijn huid werd soms ineens heel gevoelig. 

Halverwege het experiment, rond sessie twintig, gebeurde er iets in mij wat ik alleen maar kan relateren aan wat ik had gelezen over astraal reizen en parallelle universa. (nu gaan we opstijgen mensen!) Tijdens mijn meditatie hield ik me bezig met de gedachte ‘alles is één’. Ik besloot op een bepaald moment de switch te maken van denken naar voelen. Ik ging de gedachte ‘alles is één’ voelen. Ik voelde een verschuiving in mij plaatsvinden en ineens verschoof mijn identificatie met mijn lichaam en geest naar dat van een berg. Een berg ergens in de alpen als ik het zou moeten gokken. Ik voelde me in contact met die berg en al het andere in de buurt, sterker nog “ik was die berg!”. Het gaf me een intens gevoel van verbinding en vrede. Op het moment dat ik me bewust werd van wat er aan de hand was schakelde mijn identificatie weer naar mijn fysieke lichaam dat aan het mediteren was in mijn praktijk. De verbinding met de berg werd direct verbroken zoals je wakker kan worden uit een droom. Ik kwam uit de meditatie en een traan rolde over mijn wang.

Dit smaakt naar meer.

Ik ging verder oefenen met het ‘voelen van’ in plaats van ‘denken over’ bepaalde vragen tijdens het mediteren. Een aantal sessies later was ik bezig met het voelen van het onderwerp “Het collectief onbewuste”. Tijdens die sessie voelde ik mezelf en ieder ander mens tegelijk. Met andere woorden ik was iedereen en iedereen was mij. Naast dat ik dit gevoel herkende vanuit psychedelische ervaringen herkende ik dit gevoel ook uit mijn kindertijd. Als iemand iets overkwam voelde dat voor mij vaak alsof het mij overkwam. Vaak voelt dat nu nog zo en ik zie het ook terug bij mijn zoontje van 7 jaar en andere (gevoelige) mensen.
De ervaring tijdens deze meditatie gaf mij een inzicht op een belangrijk thema in mijn leven, het thema ‘harmonie’. Ik vind het altijd al prima om een stukje van mezelf in te leveren voor het grote geheel, maar ik besef me nu “Ik lever geen stukje van mezelf in voor het grote geheel, ik ben het grote geheel!”.
Conclusie:

 “Als ik een ander help, help ik mezelf, want ik ben de ander en de ander is mij.”

Andersom is het ook zo,

“Als ik vecht tegen een ander ben ik in gevecht met mezelf, want ik ben de ander en de ander is mij.”

Deze inzichten komen terug in diverse methodieken die ik in mijn werk gebruik. Het projectiemechanisme Carl G. Jung, en in The Work van Byron Katie.
Maar daarover schrijf ik een ander keer.

Namasté,
Maarten